Art.nr. 093611

Epoxy MT 100

Snelle grondering voor mat vochtige ondergronden

Productspecificaties

Bij levering

Component A

Dichtheid (20 °C) 1,16 g/cm³
Viscositeit ( 25 °C) 950 mPa s

Component B

Dichtheid (20 °C) 0,97 g/cm³
Viscositeit ( 25 °C) 200 mPa s

Vermengd

Dichtheid (20 °C) 1,08 g/cm³
Viscositeit ( 25 °C) 750 mPa s

Uitgereageerd

Uitgereageerd

Buigtreksterkte ca. 23 N/mm² *
Druksterkte ca. 118 N/mm² *

* epoxymortel 1 : 5 met troffelzand

De genoemde waarden staan voor typische producteigenschappen en moeten niet als bindende productspecificatie worden uitgelegd.

Toepassingsgebied

  • Grondering, hechtprimer, egaliseerlaag voor ondergronden met een restvochtgehalte
  • Het samenstellen van mortels met een hoge druksterkte, gietlagen
  • Basislaag voor instrooivloeren

Eigenschappen

  • Ondergrondtolerant tot 6% restvocht (CM-methode)
  • Goede hechting op zwak zuigende ondergronden
  • Zeer snel verhardend/overlaagbaar
  • Doorharding vanaf +5°C
  • Mechanisch belastbaar
  • Chemisch belastbaar
  • Verf compatibiliteitstest
  • Weekmakervrij, nonylfenovrij
  • In uitgereageerde toestand fysiologisch onschadelijk
  • Geschikt als grondering zonder af te strooien onder PU- en epoxycoatings
  • Werkvoorbereiding
    • Eisen aan de ondergrond

      De ondergrond moet voldoende draagvermogen hebben en vormvast, stevig, vrij van losse deeltjes, stof, olie, vet, rubbersporen en andere hechtingsbeperkende residuen zijn.

      De hechttreksterkte van de ondergrond moet gemiddeld ten minste 1,5 N/mm² zijn (kleinste enkele waarde ten minste 1,0 N/mm²), de druksterkte ten minste 25 N/mm².

      De ondergrond moet mat vochtig zijn, maar geen vloeistoffilm hebben en niet aan grote temperatuurschommelingen (dampdruk) onderhevig zijn. In dit geval is in het algemeen twee lagen grondering vereist.

      Betonmax. 6 M-% vocht

      Cementdekvloermax. 6 massa-% Vocht

      De ondergrond gedurende het gebruik beschermen tegen negatieve vochtinwerking.

      Zwak zuigende ondergronden testen of deze geschikt zijn om te coaten, eventueel een proefvlak opzetten.

      Bij de verwerking op zogenaamd groen beton (w/z < 0,45) moet de ondergrond geschikt zijn om te stralen respectievelijk schuren.

    • Voorbereidingen

      De ondergrond op de juiste wijze, zoals bijv. stofvrij stralen of diamant schuren,
      voorbereiden, zodat aan bovenstaande eisen wordt voldaan.

      Beschadigingen en onvolkomenheden in de ondergrond met Remmers PCC systemen of met Remmers epoxymortels vlak en strak dichtzetten.

  • Bereiding
    • mengverhouding comp. A 71 : comp. B 29
    • mengtijd 3 min
    • Combiverpakking

      Voeg de verharder (Comp. B) volledig toe aan de basismassa (Comp. A).

      Vervolgens het materiaal met een langzaam draaiende, elektrische mixer
      (ca. 300 - 400 omwentelingen/min.) vermengen.

      Het mengsel overgieten in een schone emmer en nogmaals goed vermengen.

      Een minimum mengtijd van 3 minuten is aanbevolen.

      Sliertvorming duidt op onvoldoende menging.

  • Verwerking
    • verwerkingstemperatuur min. 5°C max. 25°C
    • kwasten/rollen/gietcoating staand te verwerken
    • potlife 25 min
    • De doorharding kan versneld worden door het toevoegen van ACC H. De verwerkingsinstructies kunnen op aanvraag verkregen worden.

      Hogere temperaturen verkorten, lagere temperaturen verlengen in het algemeen de aangegeven tijden.

  • Gereedschap / Reiniging
    • kwasten/rollen/gietcoating staand te verwerken
    • Spaan, getande spaan, rubberen vloertrekker, epoxyroller, prikroller, mengapparaat eventueel dwangmenger

    • Uitgebreide informatie hierover vindt u in ons gereedschapsprogramma.

      Gereedschap en vervuiling indien nog niet verhard met Verdunning V101 reinigen.

      Bij de reiniging de beschermingsmaatregelen en voorschriften voor afvalverwijdering in acht nemen.

  • Opslag / Houdbaarheid
    • vorstvrij opslaan
    • houdbaarheid 24 maand
    • In ongeopende, originele verpakking koel, droog en vorstvrij opgeslagen min. 24 maand.

  • Verbruik
    • Zie toepassingsvoorbeelden

  • Toepassingsvoorbeelden
    • Impregnering / versteviging

      Het epoxyharsmengsel maximaal met 20% Remmers Verdunning V101 verdund aanbrengen tot verzadiging, bijv. met rubberen vloertrekker en vervolgens met een epoxyroller doorrollen.

      Eventueel is het noodzakelijk meerdere lagen aan te brengen.

      ca. 0,30 - 0,50 kg/m² Bindmiddel (afhankelijk van de ondergrond)

    • Grondering

      Het materiaal vol en zat op de ondergrond aanbrengen. Met geschikt gereedschap, bijv. rubberen vloertrekker, verdelen en vervolgens met een epoxyroller narollen, zodat de poriën in het oppervlak van de ondergrond volledig gevuld worden.

      Eventueel is het noodzakelijk meerdere lagen aan te brengen.

      ca. 0,30 - 0,50 kg/m² bindmiddel (afhankelijk van de ondergrond)

    • Egalisatie / schraaplaag

      Het tot 1 : 1 naar gewichtsdelen gevulde materiaal op de goed voorbereide ondergrond aanbrengen, met een geschikte spaan verdelen en eventueel met een prikroller narollen.

      per mm laagdikte basislaag:
      ca. 0,85 kg/m² bindmiddel
      en 0,85 kg/m² Selectmix 01/03

    • Kunstharsmortel

      Breng het tot 1 : 10 gewicht gevulde materiaal vers in vers in de epoxyhars hechtbrug aan, verdeel het met een vlakspaan en strijk het glad.

      per mm laagdikte: ca. 0,2 kg/m² bindmiddel
      en 2,0 kg/m² Selectmix 25

    • Basislaag voor instrooimateriaal

      Het 1 : 1 naar gewichtsdelen gevulde materiaal wordt op de gegrondeerde ondergrond met een getande spaan of getande, rubberen vloertrekker verdeeld en met prikrol nagerold.

      De nog verse basislaag overvloedig en volvlaks instrooien met vuurgedroogd kwartszand.

      Na verharding niet gebonden overtollig materiaal verwijderen.

      per mm laagdikte basislaag:
      ca. 0,85 kg/m² bindmiddel
      en 0,85 kg/m² Selectmix 01/03

  • Algemene instructies
    • Indien niet anders is aangegeven, zijn alle bovengenoemde waarden en verbruiken onder
      laboratoriumcondities (20°C) verkregen. Op locatie kunnen geringe afwijkingen ontstaan.

      Gronderingen altijd poriënvullend aanbrengen! Mogelijk ligt het verbruik hierdoor hoger. Eventueel is een tweede grondering noodzakelijk.

      Op basis van verschil in zuiging bij minerale ondergronden lijken geïmpregneerde vloeren vaak vlekkerig. Niet geschikt voor vloeren waar het aanzicht van belang is.

      Op aaneengesloten vlakken alleen materiaal met hetzelfde chargenummer verwerken, omdat anders geringe verschillen in kleur, glans en structuur kunnen ontstaan.

      Schuivende en slepende mechanische belastingen leiden tot slijtagesporen.

      Bij UV- en weersinvloeden zijn epoxyharsen niet kleurstabiel.

      Verdere informatie met betrekking tot de verwerking, systeemopbouw en het onderhoud van de producten vindt u in de nieuwste technische merkbladen en de Remmers systeemaanbevelingen.

  • Verwijderingsinstructie
    • Grotere productresten moeten in de originele verpakking worden afgevoerd in overeenstemming met de geldende voorschriften. Volledig lege verpakkingen moeten worden gerecycled. Mag niet samen met het huishoudelijk afval afgevoerd worden. Niet in de gootsteen werpen. Niet in de riolering lozen.

  • Veiligheid / Regelgeving
    • Alleen voor professioneel gebruik!

      Meer gedetailleerde informatie over veiligheid tijdens transport, opslag en verwerking en over verwijdering en ecologie is te vinden in het huidige veiligheidsinformatieblad en de brochure "Epoxyharsen in de bouwindustrie en het milieu" (Deutsche Bauchemie e.V., 3e editie, status 2022).