• Epoxy FAS 100
  • Epoxy FAS 100
  • Epoxy FAS 100
  • Epoxy FAS 100
    • Epoxy FAS 100
    • Epoxy FAS 100
    • Epoxy FAS 100
    • Epoxy FAS 100

    Art.nr. 091611

    Epoxy FAS 100

    Speciale grondering verdraagzaam met alle ondergronden

    Productspecificaties

    Bij levering

    Component A

    Dichtheid (20 °C) 1,16 gr/cm³
    Viscositeit ( 25 °C) 950 mPas

    Component B

    Dichtheid (20 °C) 0,97 gr/cm³
    Viscositeit ( 25 °C) 750 mPas

    Vermengd

    Dichtheid (20 °C) 1,08 gr/cm³
    Viscositeit ( 25 °C) 1100 mPas

    Uitgereageerd

    Uitgereageerd

    Buigtreksterkte ong. 22 N/mm² *
    Druksterkte ong. 76 N/mm² *

    * epoxymortel 1 : 10 met troffelzand

    De genoemde waarden staan voor typische producteigenschappen en moeten niet als bindende productspecificatie worden uitgelegd.

    Toepassingsgebied

    • Grondering, hechtprimer voor moeilijke ondergronden, bijv. tegels en verschillende metalen
    • Egaliseerlaag
    • Het samenstellen van mortels met een hoge druksterkte, gietlagen
    • Basislaag voor instrooivloeren
    • Voor het samenstellen van mortels met een hoge druksterkte en dikkere laagdiktes, als reparatiemortel en epoxy kunststofvloer zowel hechtend als zwevend

    Eigenschappen

    • Zeer goede hechting op de meeste ondergronden
    • Geschikt op vettige en ondergronden met een restvochtgehalte
    • Mechanisch belastbaar
    • Hoge druk- en buigtreksterkte
    • In uitgereageerde toestand fysiologisch onschadelijk
    • Geschikt als grondering zonder af te strooien onder PU- en epoxycoatings
    • Afgestemd voor het gebruik van niet gedroogd vloerzand
    • Economisch door de hoge vulgraad
    • Werkvoorbereiding
      • Eisen aan de ondergrond

        De ondergrond moet voldoende draagvermogen hebben en vormvast, stevig, vrij van losse deeltjes, stof, olie, vet, rubbersporen en andere hechtingsbeperkende residuen zijn.

        De hechttreksterkte van de ondergrond moet gemiddeld ten minste 1,5 N/mm² zijn (kleinste enkele waarde ten minste 1,0 N/mm²), de druksterkte ten minste 25 N/mm².

        De ondergrond moet mat vochtig zijn, maar geen vloeistoffilm hebben en niet aan grote temperatuurschommelingen (dampdruk) onderhevig zijn. In dit geval is in het algemeen twee lagen grondering vereist.

        Betonmax. 6 M-% vocht

        Cementdekvloermax. 6 massa-% Vocht

        De ondergrond gedurende het gebruik beschermen tegen negatieve vochtinwerking.

        Staal, rvs, aluminium, keramische vloeren testen of deze geschikt zijn om te coaten, eventueel een proefvlak opzetten.

      • Voorbereidingen

        De ondergrond op de juiste wijze, zoals bijv. stofvrij stralen of diamant schuren,
        voorbereiden, zodat aan bovenstaande eisen wordt voldaan.

        Beschadigingen en onvolkomenheden in de ondergrond met Remmers PCC systemen of met Remmers epoxymortels vlak en strak dichtzetten.

        Dekvloer/chape:

        De ondergrond met een geschikte grondering, bij. Remmers Epoxy ST 100, gronderen en met Kwartszand 07/012 overvloedig instrooien (ca. 2 kg/m²).

        Als alternatief kan nat-in-nat worden gewerkt.

        Het materiaal op de voorbereide ondergrond aanbrengen en met geschikt gereedschap bijv. getande spaan, verdelen.

        Dekvloer/chape op scheidings-/isolatielaag:

        De afzonderlijke onderlaag / isolatielaag moet overeenkomen met het gebruik. In dit geval is gronderen niet noodzakelijk.

        De actuele technische richtlijnen dienen te worden gevolgd.

    • Bereiding
      • mengverhouding comp. A 71 : comp. B 29
      • mengtijd 3 min
      • Combiverpakking

        Voeg de verharder (Comp. B) volledig toe aan de basismassa (Comp. A).

        Vervolgens het materiaal met een langzaam draaiende, elektrische mixer
        (ca. 300 - 400 omwentelingen/min.) vermengen.

        Het mengsel overgieten in een schone emmer en nogmaals goed vermengen.

        Een minimum mengtijd van 3 minuten is aanbevolen.

        Sliertvorming duidt op onvoldoende menging.

    • Verwerking
      • verwerkingstemperatuur min. 8°C max. 30°C
      • kwasten/rollen/gietcoating staand te verwerken
      • potlife 30 min
      • Verwerkingsvoorwaarden

        Materiaal-, omgevings- en ondergrondtemperatuur: min. +8°C tot max. +30°C.

      • Hogere temperaturen verkorten, lagere temperaturen verlengen in het algemeen de aangegeven tijden.

    • Gereedschap / Reiniging
      • kwasten/rollen/gietcoating staand te verwerken
      • Spaan, getande spaan, rubberen vloertrekker, epoxyroller, prikroller, mengapparaat eventueel dwangmenger

      • Uitgebreide informatie hierover vindt u in ons gereedschapsprogramma.

        Gereedschap en vervuiling indien nog niet verhard met Verdunning V101 reinigen.

        Bij de reiniging de beschermingsmaatregelen en voorschriften voor afvalverwijdering in acht nemen.

    • Opslag / Houdbaarheid
      • vorstvrij opslaan
      • houdbaarheid 24 maand
      • In ongeopende, originele verpakking koel, droog en vorstvrij opgeslagen min. 24 maand.

    • Verbruik
      • Zie toepassingsvoorbeelden

    • Toepassingsvoorbeelden
      • Grondering

        Het materiaal vol en zat op de ondergrond aanbrengen. Met geschikt gereedschap, bijv. rubberen vloertrekker, verdelen en vervolgens met een epoxyroller narollen, zodat de poriën in het oppervlak van de ondergrond volledig gevuld worden.

        ong. 0,30 - 0,50 kg/m² bindmiddel (afhankelijk van de ondergrond)

      • Egalisatie / schraaplaag

        Het tot 1 : 1 naar gewichtsdelen gevulde materiaal op de goed voorbereide ondergrond aanbrengen, met een geschikte spaan verdelen en eventueel met een prikroller narollen.

        per mm laagdikte basislaag:
        ong. 0,85 kg/m² bindmiddel
        en 0,85 kg/m² Selectmix 01/03

      • Kunstharsmortel

        Breng het tot 1 : 10 gewicht gevulde materiaal vers in vers in de epoxyhars hechtbrug aan, verdeel het met een vlakspaan en strijk het glad.

        Vastliggende dekvloer vanaf 10 mm: het tot 1 : 20 naar gewichtsdelen gevulde materiaal verdelen, op hoogte afspanen, door glad te verdichten en af te werken, tot een gelijkmatig oppervlak ontstaat.

        Dekvloer op de scheidings- / isolatielaag > 30 mm: het tot 1 : 25 naar gewichtsdelen gevulde materiaal verdelen, op hoogte afspanen, door glad te verdichten en af te werken, tot een gelijkmatig oppervlak ontstaat.

        per mm laagdikte: ong. 0,2 kg/m² bindmiddel
        en 2,0 kg/m² Selectmix RMS

        vastliggende dekvloer vanaf 10 mm:
        per mm laagdikte: ong. 0,1 kg/m² bindmiddel
        en 2,0 kg/m² geschikte vulstof

        dekvloer op scheidings-/isolatielaag > 30 mm:
        per mm laagdikte: ong. 0,1 kg/m² bindmiddel
        en ong. 2,0 kg/m² geschikte vulstof

      • Basislaag voor instrooimateriaal

        Het 1 : 1 naar gewichtsdelen gevulde materiaal wordt op de gegrondeerde ondergrond met een getande spaan of getande, rubberen vloertrekker verdeeld en met prikrol nagerold.

        De nog verse basislaag overvloedig en volvlaks instrooien met vuurgedroogd kwartszand.

        Na verharding niet gebonden overtollig materiaal verwijderen.

        per mm laagdikte basislaag:
        ong. 0,85 kg/m² bindmiddel
        en 0,85 kg/m² Selectmix 01/03

    • Algemene instructies
      • Indien niet anders is aangegeven, zijn alle bovengenoemde waarden en verbruiken onder
        laboratoriumcondities (20°C) verkregen. Op locatie kunnen geringe afwijkingen ontstaan.

        Gronderingen altijd poriënvullend aanbrengen! Mogelijk ligt het verbruik hierdoor hoger. Eventueel is een tweede grondering noodzakelijk.

        Op aaneengesloten vlakken alleen materiaal met hetzelfde chargenummer verwerken, omdat anders geringe verschillen in kleur, glans en structuur kunnen ontstaan.

        Schuivende en slepende mechanische belastingen leiden tot slijtagesporen.

        Bij UV- en weersinvloeden zijn epoxyharsen niet kleurstabiel.

        Verdere informatie met betrekking tot de verwerking, systeemopbouw en het onderhoud van de producten vindt u in de nieuwste technische merkbladen en de Remmers systeemaanbevelingen.

        Druk- en buigtreksterkte van de dekvloer aangebracht op een afzonderlijke onderlaag / isolatielaag zijn sterk afhankelijk van het aandeel vulstof en bindmiddel. Deze hoeveelheden aanpassen aan de toepassing.

        Het BEB werkblad KH 05 in acht nemen.

        Bij gebruik van vochtige vulstof (bijv. vochtig Selectmix RMS of dekvloerzand) moet het evenwichtsgehalte aan vocht van de dekvloer worden bereikt of moet de dekvloer volledig droog zijn voordat deze wordt gecoat of afgedekt.

        Het afdekken (bijv. met folie) verlengt de wachttijd voor het aanbrengen van een laag aanzienlijk.

        Bij de verwerking van zandcement zijn de verwerkingseigenschappen en de sterkte sterk afhankelijk van de specifieke samenstelling van het het plaatselijke zandcement en moet vooraf worden getest.

    • Verwijderingsinstructie
      • Grotere productresten moeten in de originele verpakking worden afgevoerd in overeenstemming met de geldende voorschriften. Volledig lege verpakkingen moeten worden gerecycled. Mag niet samen met het huishoudelijk afval afgevoerd worden. Niet in de gootsteen werpen. Niet in de riolering lozen.

    • Veiligheid / Regelgeving
      • Alleen voor professioneel gebruik!

        Meer gedetailleerde informatie over veiligheid tijdens transport, opslag en verwerking en over verwijdering en ecologie is te vinden in het huidige veiligheidsinformatieblad en de brochure "Epoxyharsen in de bouwindustrie en het milieu" (Deutsche Bauchemie e.V., 3e editie, status 2022).