Art.nr. 091611
Speciale grondering verdraagzaam met alle ondergronden
Productspecificaties
Bij levering
Uitgereageerd
* epoxymortel 1 : 10 met troffelzand
De genoemde waarden staan voor typische producteigenschappen en moeten niet als bindende productspecificatie worden uitgelegd.
Toepassingsgebied
- Grondering, hechtprimer voor moeilijke ondergronden, bijv. tegels en verschillende metalen
- Egaliseerlaag
- Het samenstellen van mortels met een hoge druksterkte, gietlagen
- Basislaag voor instrooivloeren
- Voor het samenstellen van mortels met een hoge druksterkte en dikkere laagdiktes, als reparatiemortel en epoxy kunststofvloer zowel hechtend als zwevend
Eigenschappen
- Zeer goede hechting op de meeste ondergronden
- Geschikt op vettige en ondergronden met een restvochtgehalte
- Mechanisch belastbaar
- Hoge druk- en buigtreksterkte
- In uitgereageerde toestand fysiologisch onschadelijk
- Geschikt als grondering zonder af te strooien onder PU- en epoxycoatings
- Afgestemd voor het gebruik van niet gedroogd vloerzand
- Economisch door de hoge vulgraad
-
Werkvoorbereiding
-
Eisen aan de ondergrond
De ondergrond moet voldoende draagvermogen hebben en vormvast, stevig, vrij van losse deeltjes, stof, olie, vet, rubbersporen en andere hechtingsbeperkende residuen zijn.
De hechttreksterkte van de ondergrond moet gemiddeld ten minste 1,5 N/mm² zijn (kleinste enkele waarde ten minste 1,0 N/mm²), de druksterkte ten minste 25 N/mm².
De ondergrond moet mat vochtig zijn, maar geen vloeistoffilm hebben en niet aan grote temperatuurschommelingen (dampdruk) onderhevig zijn. In dit geval is in het algemeen twee lagen grondering vereist.
Beton max. 6 M-% vocht Cementdekvloer max. 6 massa-% Vocht De ondergrond gedurende het gebruik beschermen tegen negatieve vochtinwerking.
Staal, rvs, aluminium, keramische vloeren testen of deze geschikt zijn om te coaten, eventueel een proefvlak opzetten.
-
Voorbereidingen
De ondergrond op de juiste wijze, zoals bijv. stofvrij stralen of diamant schuren,
voorbereiden, zodat aan bovenstaande eisen wordt voldaan.Beschadigingen en onvolkomenheden in de ondergrond met Remmers PCC systemen of met Remmers epoxymortels vlak en strak dichtzetten.
Dekvloer/chape:
De ondergrond met een geschikte grondering, bij. Remmers Epoxy ST 100, gronderen en met Kwartszand 07/012 overvloedig instrooien (ca. 2 kg/m²).
Als alternatief kan nat-in-nat worden gewerkt.
Het materiaal op de voorbereide ondergrond aanbrengen en met geschikt gereedschap bijv. getande spaan, verdelen.
Dekvloer/chape op scheidings-/isolatielaag:
De afzonderlijke onderlaag / isolatielaag moet overeenkomen met het gebruik. In dit geval is gronderen niet noodzakelijk.
De actuele technische richtlijnen dienen te worden gevolgd.
-
-
Bereiding
-
Combiverpakking
Voeg de verharder (Comp. B) volledig toe aan de basismassa (Comp. A).
Vervolgens het materiaal met een langzaam draaiende, elektrische mixer
(ca. 300 - 400 omwentelingen/min.) vermengen.Het mengsel overgieten in een schone emmer en nogmaals goed vermengen.
Een minimum mengtijd van 3 minuten is aanbevolen.
Sliertvorming duidt op onvoldoende menging.
-
Verwerking
-
Verwerkingsvoorwaarden
Materiaal-, omgevings- en ondergrondtemperatuur: min. +8°C tot max. +30°C.
-
Hogere temperaturen verkorten, lagere temperaturen verlengen in het algemeen de aangegeven tijden.
-
Gereedschap / Reiniging
-
Spaan, getande spaan, rubberen vloertrekker, epoxyroller, prikroller, mengapparaat eventueel dwangmenger
-
Uitgebreide informatie hierover vindt u in ons gereedschapsprogramma.
Gereedschap en vervuiling indien nog niet verhard met Verdunning V101 reinigen.
Bij de reiniging de beschermingsmaatregelen en voorschriften voor afvalverwijdering in acht nemen.
-
Opslag / Houdbaarheid
-
In ongeopende, originele verpakking koel, droog en vorstvrij opgeslagen min. 24 maand.
-
Verbruik
-
Zie toepassingsvoorbeelden
-
-
Toepassingsvoorbeelden
-
Grondering
Het materiaal vol en zat op de ondergrond aanbrengen. Met geschikt gereedschap, bijv. rubberen vloertrekker, verdelen en vervolgens met een epoxyroller narollen, zodat de poriën in het oppervlak van de ondergrond volledig gevuld worden.
ong. 0,30 - 0,50 kg/m² bindmiddel (afhankelijk van de ondergrond)
-
Egalisatie / schraaplaag
Het tot 1 : 1 naar gewichtsdelen gevulde materiaal op de goed voorbereide ondergrond aanbrengen, met een geschikte spaan verdelen en eventueel met een prikroller narollen.
per mm laagdikte basislaag:
ong. 0,85 kg/m² bindmiddel
en 0,85 kg/m² Selectmix 01/03 -
Kunstharsmortel
Breng het tot 1 : 10 gewicht gevulde materiaal vers in vers in de epoxyhars hechtbrug aan, verdeel het met een vlakspaan en strijk het glad.
Vastliggende dekvloer vanaf 10 mm: het tot 1 : 20 naar gewichtsdelen gevulde materiaal verdelen, op hoogte afspanen, door glad te verdichten en af te werken, tot een gelijkmatig oppervlak ontstaat.
Dekvloer op de scheidings- / isolatielaag > 30 mm: het tot 1 : 25 naar gewichtsdelen gevulde materiaal verdelen, op hoogte afspanen, door glad te verdichten en af te werken, tot een gelijkmatig oppervlak ontstaat.
per mm laagdikte: ong. 0,2 kg/m² bindmiddel
en 2,0 kg/m² Selectmix RMS
vastliggende dekvloer vanaf 10 mm:
per mm laagdikte: ong. 0,1 kg/m² bindmiddel
en 2,0 kg/m² geschikte vulstof
dekvloer op scheidings-/isolatielaag > 30 mm:
per mm laagdikte: ong. 0,1 kg/m² bindmiddel
en ong. 2,0 kg/m² geschikte vulstof -
Basislaag voor instrooimateriaal
Het 1 : 1 naar gewichtsdelen gevulde materiaal wordt op de gegrondeerde ondergrond met een getande spaan of getande, rubberen vloertrekker verdeeld en met prikrol nagerold.
De nog verse basislaag overvloedig en volvlaks instrooien met vuurgedroogd kwartszand.
Na verharding niet gebonden overtollig materiaal verwijderen.
per mm laagdikte basislaag:
ong. 0,85 kg/m² bindmiddel
en 0,85 kg/m² Selectmix 01/03
-
-
Algemene instructies
-
Indien niet anders is aangegeven, zijn alle bovengenoemde waarden en verbruiken onder
laboratoriumcondities (20°C) verkregen. Op locatie kunnen geringe afwijkingen ontstaan.Gronderingen altijd poriënvullend aanbrengen! Mogelijk ligt het verbruik hierdoor hoger. Eventueel is een tweede grondering noodzakelijk.
Op aaneengesloten vlakken alleen materiaal met hetzelfde chargenummer verwerken, omdat anders geringe verschillen in kleur, glans en structuur kunnen ontstaan.
Schuivende en slepende mechanische belastingen leiden tot slijtagesporen.
Bij UV- en weersinvloeden zijn epoxyharsen niet kleurstabiel.
Verdere informatie met betrekking tot de verwerking, systeemopbouw en het onderhoud van de producten vindt u in de nieuwste technische merkbladen en de Remmers systeemaanbevelingen.
Druk- en buigtreksterkte van de dekvloer aangebracht op een afzonderlijke onderlaag / isolatielaag zijn sterk afhankelijk van het aandeel vulstof en bindmiddel. Deze hoeveelheden aanpassen aan de toepassing.
Het BEB werkblad KH 05 in acht nemen.
Bij gebruik van vochtige vulstof (bijv. vochtig Selectmix RMS of dekvloerzand) moet het evenwichtsgehalte aan vocht van de dekvloer worden bereikt of moet de dekvloer volledig droog zijn voordat deze wordt gecoat of afgedekt.
Het afdekken (bijv. met folie) verlengt de wachttijd voor het aanbrengen van een laag aanzienlijk.
Bij de verwerking van zandcement zijn de verwerkingseigenschappen en de sterkte sterk afhankelijk van de specifieke samenstelling van het het plaatselijke zandcement en moet vooraf worden getest.
-
-
Verwijderingsinstructie
-
Grotere productresten moeten in de originele verpakking worden afgevoerd in overeenstemming met de geldende voorschriften. Volledig lege verpakkingen moeten worden gerecycled. Mag niet samen met het huishoudelijk afval afgevoerd worden. Niet in de gootsteen werpen. Niet in de riolering lozen.
-
-
Veiligheid / Regelgeving
-
Alleen voor professioneel gebruik!
Meer gedetailleerde informatie over veiligheid tijdens transport, opslag en verwerking en over verwijdering en ecologie is te vinden in het huidige veiligheidsinformatieblad en de brochure "Epoxyharsen in de bouwindustrie en het milieu" (Deutsche Bauchemie e.V., 3e editie, status 2022).
-