Art.nr. 632111
Watergedragen, gepigmenteerde egaliseer- en basiscoating
Productspecificaties
Bij levering
De genoemde waarden staan voor typische producteigenschappen en moeten niet als bindende productspecificatie worden uitgelegd.
Toepassingsgebied
- Grondering in Remmers WDD-Systemen
- Egaliseer- en basiscoating voor het Remmers WDD systeem
- Grondering en basiscoating voor het Remmers Dek OS 8 WD en Remmers Dek OS 8 WD-LE systeem
- Systeemcomponent in TÜV PROFICERT-product Interieur gecertificeerde systemen (707106482-1,-5)
Eigenschappen
- Hoog vulbaar
- Ideale basis voor gelijkmatige vlokkenvloeren
- Waterdampdoorlatend
- Vorst- en dooibestendig
- Systeem getest tegen negatieve vochtinwerking van onder-, achterzijde
- Weekmakervrij, nonyl- en alkylfenolvrij
- In uitgereageerde toestand fysiologisch onschadelijk
-
Werkvoorbereiding
-
Eisen aan de ondergrond
De ondergrond moet voldoende draagvermogen hebben en vormvast, stevig, vrij van losse deeltjes, stof, olie, vet, rubbersporen en andere hechtingsbeperkende residuen zijn.
De hechttreksterkte van de ondergrond moet gemiddeld ten minste 1,5 N/mm² zijn (kleinste enkele waarde ten minste 1,0 N/mm²), de druksterkte ten minste 25 N/mm².
Bij toepassing in het OS 8-Systeem moet de treksterkte van de ondergrond minstens 2,0 N/mm² bedragen. (kleinste waarde min. 1,5 N/mm²)
Verslag over het gedrag bij negatieve vochtinwerking volgens DIN EN 13578 in het OS 8 systeem is beschikbaar.
De ondergrond moet het evenwichtsvochtpercentage hebben bereikt en tijdens het gebruik beschermd zijn tegen vochtinwerking vanuit de ondergrond.
Beton max. 6 M-% vocht Cementdekvloer max. 6 massa-% Vocht Andere te coaten ondergronden moeten met Epoxy BS 2000 worden gegrondeerd.
De gemiddelde hechttreksterkte van het oppervlak moet minstens 1,5 N/mm² (kleinste individuele waarde minstens 1,0 N/mm²) en de druksterkte minstens 25 N/mm² bedragen.
Voor gedetailleerde informatie raadpleeg de huidige technische fiche van elk product.
-
Voorbereidingen
De ondergrond met geschikte maatregelen, bijv. stofvrij stralen, voorbereiden zodat deze voldoet aan bovengenoemde eisen.
Beschadigingen en onvolkomenheden in de ondergrond met Remmers PCC systemen of met Remmers epoxymortels vlak en strak dichtzetten.
-
-
Bereiding
-
Combiverpakking
Voeg de verharder (Comp. B) volledig toe aan de basismassa (Comp. A).
Vervolgens het materiaal met een langzaam draaiende, elektrische mixer
(ca. 300 - 400 omwentelingen/min.) vermengen.Het mengsel overgieten in een schone emmer en nogmaals goed vermengen.
Een minimum mengtijd van 3 minuten is aanbevolen.
Sliertvorming duidt op onvoldoende menging.
In het algemeen tot 10 vol-% water aan het bindmiddel toevoegen en opnieuw mengen.
-
Verwerking
-
Verwerkingsvoorwaarden
Materiaal-, omgevings- en ondergrondtemperatuur: min. +8°C tot max. +30°C.
-
Hoge temperaturen verkorten, lage temperaturen, met name in combinatie met een hoge luchtvochtigheid, verlengen in het algemeen de opgegeven tijden.
-
Gereedschap / Reiniging
-
Getande spaan, spaan, Schlingenwals, kwast, epoxyroller en mengapparaat
-
Uitgebreide informatie hierover vindt u in ons gereedschapsprogramma.
Gereedschap en eventuele vervuilingen, indien nog niet verhard, met water verwijderen.
Bij de reiniging de beschermingsmaatregelen en voorschriften voor afvalverwijdering in acht nemen.
-
Opslag / Houdbaarheid
-
Bewaren in ongeopende, originele verpakking op een koele, droge plaats en beschermd tegen vorst gedurende ten minste 9 maanden.
-
Verbruik
-
Zie toepassingsvoorbeelden
-
-
Toepassingsvoorbeelden
-
Toepassing Vullingsgraad met Selectmix SBL Verbruik bindmiddel [kg/m²] Verbruik vulstof [kg/m²] Mogelijke tandlijsten Ongevulde coating - min. 0,40 - Nr. 22 Gevulde coating 1 : 0,5 min. 0,60 +
10 % Watermin. 0,30 gladde spaan Gevulde coating 1 : 1,0 min. 0,70 +
10 % Watermin. 0,70 Nr. 7 Gevulde coatingg 1 : 1,5 min. 1,10 +
10 % Watermin. 1,65 Nr. 55 -
Grondering
Het materiaal vol en zat op de ondergrond aanbrengen. Met geschikt gereedschap, bijv. rubberen vloertrekker, verdelen en vervolgens met een epoxyroller narollen, zodat de poriën in het oppervlak van de ondergrond volledig gevuld worden.
Eventueel is het noodzakelijk meerdere lagen aan te brengen.
ca. 0,15 - 0,25 kg/m² bindmiddel (afhankelijk van de ondergrond)
-
Egalisatie / schraaplaag
De gevulde coating op de goed voorbereide ondergrond aanbrengen, met een geschikte getande spaan / getande vloertrekker verdelen en eventueel met een zogenaamde Schlingenwals narollen.
Als vulstof Selectmix SBL DF gebruiken.
Het verbruik is afhankelijk van de ondergrondconditie.
Er moet of met Epoxy BS 4000 worden afgecoat of met Epoxy BS 3000 M respectievelijk Epoxy BS 3000 SG worden afgeseald.
(zie tabel)
-
Coating
De gevulde coating op de goed voorbereide ondergrond aanbrengen, met een geschikte getande spaan / getande vloertrekker verdelen en eventueel met een zogenaamde Schlingenwals narollen.
Als vulstof Selectmix SBL DF gebruiken.
Het verbruik is afhankelijk van de ondergrondconditie.
In principe met Epoxy BS 3000 M of Epoxy BS 3000 SG afsealen.
(zie tabel)
-
Basislaag voor instrooimateriaal
De gevulde coating op de goed voorbereide ondergrond aanbrengen, met een geschikte getande spaan / getande vloertrekker verdelen en eventueel met een zogenaamde Schlingenwals narollen.
De nog verse basislaag met Kwartszand respectievelijk Colorid of Sedimentvlokken vol en zat instrooien.
Voor de toepassing van het OS 8 systeem zie de overeenkomstige testrapporten.
Als vulstof Selectmix SBL DF gebruiken.
Na verharding niet gebonden overtollig materiaal verwijderen.
Vervolgens de bij het systeem behorende fixering of topsealer aanbrengen.
(zie tabel)
-
-
Algemene instructies
-
Alle bovengenoemde waarden en verbruiken zijn onder laboratoriumcondities (20°C) met standaardkleuren verkregen. Op locatie kunnen geringe afwijkingen ontstaan.
Gronderingen altijd poriënvullend aanbrengen! Mogelijk ligt het verbruik hierdoor hoger. Eventueel is een tweede grondering noodzakelijk.
Op aaneengesloten vlakken alleen materiaal met hetzelfde chargenummer verwerken, omdat anders geringe verschillen in kleur, glans en structuur kunnen ontstaan.
Slecht dekkende kleuren (zoals geel, rood of oranje) van de aangebrachte topsealer blijken uit ervaring transparant. In dit geval is een opbouw afgestemd op kleur, bijv. lichtgrijs, noodzakelijk.
Bij egaliseerlagen kan de maximale vulgraad afhankelijk van de kleur variëren. Speciale kleuren eventueel op vulbaarheid testen.
Het coatingsysteem heeft een systeem typisch, enigszins gestructureerd oppervlak.
Voor het verkrijgen van een vlak oppervlak rekening houden met extra materiaalverbruik bij ruwe ondergronden.
Bij UV- en weersinvloeden zijn epoxyharsen niet kleurstabiel.
Verdere informatie met betrekking tot de verwerking, systeemopbouw en het onderhoud van de producten vindt u in de nieuwste technische merkbladen en de Remmers systeemaanbevelingen.
Voor OS 8-Systemen het betrokken proefrapport nalezen.
Bij de verwerking van systemen waarvoor een toelating verplicht is, de betreffende toelating in acht nemen.
-
-
Verwijderingsinstructie
-
Grotere productresten moeten in de originele verpakking worden afgevoerd in overeenstemming met de geldende voorschriften. Volledig lege verpakkingen moeten worden gerecycled. Mag niet samen met het huishoudelijk afval afgevoerd worden. Niet in de gootsteen werpen. Niet in de riolering lozen.
-
-
Veiligheid / Regelgeving
-
Alleen voor professioneel gebruik!
Meer gedetailleerde informatie over veiligheid tijdens transport, opslag en verwerking en over verwijdering en ecologie is te vinden in het huidige veiligheidsinformatieblad en de brochure "Epoxyharsen in de bouwindustrie en het milieu" (Deutsche Bauchemie e.V., 3e editie, status 2022).
-