Art.nr. 300311

    MB PUReactive

    Hybride afdichting voor platte daken en balkons

    Variant
    3003 | MB PUReactive
    Grootte / hoeveelheid

    Productspecificaties

    Bij levering

    Basis Polymeerbindmiddel, cement, additieven, vulstoffen
    Dichtheid Ca. 1,33 kg/dm³
    Consistentie Vloeibaar
    Consistentie na het mengen Vloeibaar
    Scheuroverbrugging ≥ 3 mm (bij ≥ 2 mm droge laagdikte)
    Laagdikte 1,1 mm natte laagdikte komt overeen met ca. 1 mm droge laagdikte
    Toptijd Max. 90 min.
    Dampdiffusieweerstand µ = 2155
    Waterdampdoorlaatbaarheid 2155
    Doorgedroogd / Beloopbaar Na ca. 5 uur
    Regenbestendigheid Na ca. 2 uur
    B-s1, d0* (EN 13501-1)
    BROOF (t1, t3 und t4) (EN 13501-5)

    * Deze indeling geldt voor de volgende eindtoepassingen: Het product moet rechtstreeks en zonder luchtspleet worden aangebracht op vlakke bouwmaterialen die voldoen aan klasse A1 of A2-s1, d0 volgens EN 13501-1 en een minimale dikte van 6 mm en een schijnbare dichtheid van minimaal 1350 kg/m² moeten hebben. Anders moet de Brandbestendigheid worden beoordeeld als "Klasse E".

    De genoemde waarden staan voor typische producteigenschappen en moeten niet als bindende productspecificatie worden uitgelegd.

    Toepassingsgebied

    • Dakafdichting volgens EAD 030350-00-0402 (voorheen ETAG 005)
    • Platte daken, balkons, veranda's, galerijen
    • Nieuw- en oudbouw

    Eigenschappen

    • Vlakke delen afdichten met vlies
    • Geoptimaliseerd voor handmatige verwerking aan een oppervlakte
    • Als slurry aan te brengen, met kwast of roller, of door spuitapplicatie
    • Zeer lage emissie (GEV-EMICODE EC 1Plus)
    • Werkvoorbereiding
      • Eisen aan de ondergrond

        De ondergrond moet voldoende draagvermogen hebben, vlak, droog, schoon en stofvij zijn en vrij zijn van olie, vet en andere hechtingsbeperkende stoffen. Zie ook het advies voor de primer.

        Zuigende mineralen ondergronden mogen licht vochtig zijn.

      • Voorbereidingen

        Als grondering in de vorm van een schraaplaag wordt MB PUReactive met een verbruik van ca. 500 g/m² op alle zuigende ondergronden aangebracht.

        Uitsparingen > 3 mm afdichten met geschikte plamuur of MB PUReactive in een mengsel met Selectmix 0/10.

    • Bereiding
      • mengverhouding comp. A 1 : comp. B 1
      • mengtijd 3 min
      • Combiverpakking

        Met geschikt mengapparatuur de vloeibare component oproeren.

        Opgeschud poedercomponent volledig aan het vloeistofcomponent toevoegen.

        Ca. 1 minuut mengen, mengperiode onderbreken en de ingemengde lucht laten ontsnappen.

        Aanklevend resterend poeder aan de binnenranden van de emmer afschrapen.

        Mengen verder zetten gedurende ca. 2 minuten

        Mengapparatuur tijdens het mengen steeds op bodemniveau .

    • Verwerking
      • verwerkingstemperatuur min. 5°C max. 40°C
      • Verwerkingstijd (+20 °C/50 % rH) :
        90 minuten

         

        Overlagen en afwerken

        Oppervlakteafdichting + detailafdichting

        MB PUReactive met geschikt gereedschap op de voorbereide ondergrond aanbrengen.
        Het MB PUReactive F-serie vlies goed en vrij van luchtbellen inbedden en een afdeklaag aanbrengen (totaal verbruik min. 3,0 kg/m²).

        Breng het vlies van de MB PUReactive F-Serie aan met een overlapping van ten minste 5 cm.

        Aanbeveling: product aanbrengen op de overlappingen tussen de lagen.

    • Verwerkingsinstructies
      • De hechting met de ondergrond moet in elk afzonderlijk geval op het object worden gecontroleerd.

        Steeds een proefvlak zetten!

        In het geval van waterdichtingsmaterialen die in vloeibare vorm moeten worden aangebracht, kan directe blootstelling aan zonlicht en/of wind leiden tot versnelde velvorming.

        Voortijdige velvorming kan worden voorkomen door het materiaal in de mengemmer te bewegen (b.v. roeren).

        De contactlaag (krasspachtel) wordt over het algemeen niet als waterdichte laag beschouwd.

        De nattelaagdikte mag maximaal 4 mm bedragen.

        De minimale droge laagdikte is 2,1 mm.

        De minimale drogelaagdikte van de dichtingslaag mag op geen enkel punt onder dit minimum komen. Om de minimale drogelaagdikte te bereiken, moet het product worden aangebracht in een hoeveelheid die rekening houdt met de toegestane laagdiktes (DIN 18531), zodat verwerkingstoleranties, oneffenheden en ruwheden van de ondergrond worden uitgevlakt. De verwerkte hoeveelheid per vierkante meter moet worden gedocumenteerd.

        Bescherm de verse afdichting tegen regen, vorst en condensatie.

        Voor machinale verwerking kunt u contact opnemen met Remmers Techniek Service. Tel.: +49 5432 83 900

    • Gereedschap / Reiniging
      • Menggereedschap, blokkwast, roller, vlakspaan

        Gereedschap voordat de mortel verhardt met water schoonmaken.

        Opgedroogd materiaal kan alleen nog mechanisch worden verwijderd.

    • Opslag / Houdbaarheid
      • vorstvrij en koel opslaan/tegen vocht beschermen/verpakking goed sluiten
      • houdbaarheid 9 maand
      • Bewaren in ongeopende, originele verpakking op een koele, droge plaats en beschermd tegen vorst gedurende ten minste 9 maanden.

    • Verbruik
      • 1,5 kg / mm laagdikte / m²
      • Ca. 1,5 kg/m²/mm drogelaagdikte
        Totaalverbruik ten minste 3 kg/m²

        De exacte benodigde hoeveelheid op een voldoende groot testvlak bepalen. Houdt rekening met ruwheidsdiepte en toepassingsspecifieke aggregaten.

        Drogelaagdikte: min. 2,1 mm
        Nattelaagdikte: min. 2,3 mm

        Vereiste laagdiktetoeslag volgens DIN 18531-3 in acht nemen:
        DIN 18531 Deel 3 schrijft een laagdiktetoeslag dz voor om de minimale droge laagdikte dmin te garanderen.
        Deze houdt rekening met zowel de verwerkingsvariatie dv als met het meerverbruik voor de egalisering van de ondergrond du. Bij afzonderlijke egalisering van de ondergrond (zoals d.m.v. krasspachtelen) verdwijnt de factor du uit de berekening.

        du = Krasspachtelen of egaliseringstoeslag ca. 0,5 kg/m² (afhankelijk van de ondergrond)
        dv = toeslag voor verwerkingsgerelateerde schommelingen ca. 0,4 kg/m²

    • Algemene instructies
      • Naden, voegen, verbindingen en aansluitingen en doorvoeren van bestaande waterdichtingsmembranen moeten zodanig worden aangelegd dat ze terugstroomdicht en voldoende diffusiedicht zijn. Indien nodig moet een bouwfysische functionele laag (dampwerende laag) worden ingepland en geïmplementeerd.

        In het geval van vochtige dakconstructies moet rekening worden gehouden met droogmaatregelen voordat de waterdichting wordt aangebracht en moeten bestaande constructiefouten worden gecontroleerd en hersteld.

        Bij het afdichten van een niet-geventileerd omgekeerd dak of een warm dak moet waterdampdiffusie aan de kamerzijde worden voorkomen door een dampwerende laag.

        Neem voor het afdichten van omgekeerde en groene daken contact op met de gespecialiseerde planningsafdeling van RTS (tel. 05432 83434 + RTS-Fachplanung@remmers.de).

        Afwijkingen van actuele normen en regelgevingen moeten afzonderlijk worden overeengekomen.

        Bij de planning en uitvoering dienen beoordelingsdocumenten (EAD) in acht te worden genomen.

        De afzonderlijke overeenkomsten alsmede testrapporten zijn te vinden op onze website www.remmers.com

    • Verwijderingsinstructie
      • Grotere productresten moeten in de originele verpakking worden afgevoerd in overeenstemming met de geldende voorschriften. Volledig lege verpakkingen moeten worden gerecycled. Mag niet samen met het huishoudelijk afval afgevoerd worden. Niet in de gootsteen werpen. Niet in de riolering lozen.

    • Veiligheid / Regelgeving
      • Verdere informatie met betrekking tot de veiligheid bij transport, opslag, afval en ecologie vindt u in onze nieuwste veiligheidsinformatiebladen.