Art.nr. 298210
Vezelversterkte hybride waterdichting voor platte daken en balkons
Productspecificaties
Bij levering
BROOF (t1, t2, t3 und t4) (EN 13501-5)
* Deze indeling geldt voor de volgende eindtoepassingen: Het product moet rechtstreeks en zonder luchtspleet worden aangebracht op vlakke bouwmaterialen die voldoen aan klasse A1 of A2-s1, d0 volgens EN 13501-1 en een minimale dikte van 6 mm en een schijnbare dichtheid van minimaal 1350 kg/m² moeten hebben. Anders moet de Brandbestendigheid worden beoordeeld als "Klasse E". De productkenmerken werden bepaald onder laboratoriumomstandigheden (20 °C, 50 % rH).
De genoemde waarden staan voor typische producteigenschappen en moeten niet als bindende productspecificatie worden uitgelegd.
Toepassingsgebied
- Regeneratie
- Dakafdichting volgens EAD 030350-00-0402 (voorheen ETAG 005)
- Platte daken, balkons, veranda's, galerijen
- Nieuw- en oudbouw
- Verbindingen aan doorvoeren en opgaande bouwonderdelen
Eigenschappen
- Zeer lage emissie (GEV-EMICODE EC 1Plus)
- Te verwerken zonder wapeningselement
- Geoptimaliseerd voor handmatige verwerking en spuitverwerking
- Als slurry aan te brengen, met kwast of roller, of door spuitapplicatie
-
Werkvoorbereiding
-
Eisen aan de ondergrond
De ondergrond moet voldoende draagvermogen hebben, vlak, droog, schoon en stofvij zijn en vrij zijn van olie, vet en andere hechtingsbeperkende stoffen. Zie ook het advies voor de primer.
Zuigende mineralen ondergronden mogen licht vochtig zijn.
-
Voorbereidingen
Indien gewenst kan een contactlaag met MB PUReactive+ worden aangebracht met een verbruik van ca. 500 g/m² op absorberende ondergronden.
Uitsparingen > 3 mm afdichten met geschikt vulmiddel of MB PUReactive+ gemengd met Selectmix RMS (MV 1:1 tot 1:3).
-
-
Bereiding
-
Combiverpakking
Met geschikt mengapparatuur de vloeibare component oproeren.
Opgeschud poedercomponent volledig aan het vloeistofcomponent toevoegen.
Ca. 1 minuut mengen, mengperiode onderbreken en de ingemengde lucht laten ontsnappen.
Aanklevend resterend poeder aan de binnenranden van de emmer afschrapen.
Mengen verder zetten gedurende ca. 2 minuten
Mengapparatuur tijdens het mengen steeds op bodemniveau .
-
Verwerking
-
Verwerkingstijd (+20 °C/50 % rH) :
90 minutenOverlagen en afwerken
Oppervlakteafdichting + detailafdichting
Breng MB PUReactive+ met een geschikt gereedschap aan op de geprepareerde ondergrond. Breng de tweede afdichtingslaag MB PUReactive+ met geschikt gereedschap aan, zodra de eerste laag niet meer beschadigd kan worden (totaal verbruik min. 3,7 kg/m²).
-
Verwerkingsinstructies
-
De hechting met de ondergrond moet in elk afzonderlijk geval op het object worden gecontroleerd.
Steeds een proefvlak zetten!
In het geval van waterdichtingsmaterialen die in vloeibare vorm moeten worden aangebracht, kan directe blootstelling aan zonlicht en/of wind leiden tot versnelde velvorming.
Voortijdige velvorming kan worden voorkomen door het materiaal in de mengemmer te bewegen (b.v. roeren).
De contactlaag (krasspachtel) wordt over het algemeen niet als waterdichte laag beschouwd.
De nattelaagdikte mag maximaal 4 mm bedragen.
De minimale droge laagdikte is 2,0 mm.
De minimale drogelaagdikte van de dichtingslaag mag op geen enkel punt onder dit minimum komen. Om de minimale drogelaagdikte te bereiken, moet het product worden aangebracht in een hoeveelheid die rekening houdt met de toegestane laagdiktes (DIN 18531), zodat verwerkingstoleranties, oneffenheden en ruwheden van de ondergrond worden uitgevlakt. De verwerkte hoeveelheid per vierkante meter moet worden gedocumenteerd.
Bescherm de verse afdichting tegen regen, vorst en condensatie.
Voor machinale verwerking kunt u contact opnemen met Remmers Techniek Service. Tel.: +49 5432 83 900
-
-
Gereedschap / Reiniging
-
Menggereedschap, blokkwast, roller, vlakspaan
Gereedschap voordat de mortel verhardt met water schoonmaken.
Opgedroogd materiaal kan alleen nog mechanisch worden verwijderd.
-
Opslag / Houdbaarheid
-
Bewaren in ongeopende, originele verpakking op een koele, droge plaats en beschermd tegen vorst gedurende ten minste 9 maanden.
-
Verbruik
-
Ten minste 1,85 kg/m²/mm drogelaagdikte
Totaalverbruik ten minste 3.7 kg/m²
De exacte benodigde hoeveelheid op een voldoende groot testvlak bepalen. Houdt rekening met ruwheidsdiepte en toepassingsspecifieke aggregaten.
Drogelaagdikte: min. 2,0 mm
Nattelaagdikte: min. 2,3 mm
Vereiste laagdiktetoeslag volgens DIN 18531-3 in acht nemen:
DIN 18531 Deel 3 schrijft een laagdiktetoeslag dz voor om de minimale droge laagdikte dmin te garanderen.
Deze houdt rekening met zowel de verwerkingsvariatie dv als met het meerverbruik voor de egalisering van de ondergrond du. Bij afzonderlijke egalisering van de ondergrond (zoals d.m.v. krasspachtelen) verdwijnt de factor du uit de berekening.
du = Krasspachtelen of egaliseringstoeslag ca. 0,5 kg/m² (afhankelijk van de ondergrond)
dv = toeslag voor verwerkingsgerelateerde schommelingen ca. 0,4 kg/m²
-
Algemene instructies
-
Naden, voegen, verbindingen en aansluitingen en doorvoeren van bestaande waterdichtingsmembranen moeten zodanig worden aangelegd dat ze terugstroomdicht en voldoende diffusiedicht zijn. Indien nodig moet een bouwfysische functionele laag (dampwerende laag) worden ingepland en geïmplementeerd.
In het geval van vochtige dakconstructies moet rekening worden gehouden met droogmaatregelen voordat de waterdichting wordt aangebracht en moeten bestaande constructiefouten worden gecontroleerd en hersteld.
Bij het afdichten van een niet-geventileerd omgekeerd dak of een warm dak moet waterdampdiffusie aan de kamerzijde worden voorkomen door een dampwerende laag.
Neem voor het afdichten van omgekeerde en groene daken contact op met de gespecialiseerde planningsafdeling van RTS (tel. 05432 83434 + RTS-Fachplanung@remmers.de).
Afwijkingen van actuele normen en regelgevingen moeten afzonderlijk worden overeengekomen.
Bij de planning en uitvoering dienen beoordelingsdocumenten (EAD) in acht te worden genomen.
De afzonderlijke overeenkomsten alsmede testrapporten zijn te vinden op onze website www.remmers.com
-
-
Verwijderingsinstructie
-
Grotere productresten moeten in de originele verpakking worden afgevoerd in overeenstemming met de geldende voorschriften. Volledig lege verpakkingen moeten worden gerecycled. Mag niet samen met het huishoudelijk afval afgevoerd worden. Niet in de gootsteen werpen. Niet in de riolering lozen.
-
-
Veiligheid / Regelgeving
-
Verdere informatie met betrekking tot de veiligheid bij transport, opslag, afval en ecologie vindt u in onze nieuwste veiligheidsinformatiebladen.
-