• Funcosil AW

    Art.nr. 066030

    Funcosil AW

    siliconenvrije, hydrofoberende impregnering

    Variant
    0660 | Funcosil AW
    Grootte / hoeveelheid

    Productspecificaties

    Bij levering

    Hoedanigheid / Kleur Kleurloos, vloeibaar
    Dichtheid Ong. 0,78 kg/l
    Vlampunt 63 °C
    Geur neutraal
    Viscositeit ( 20 °C) 23 sec. DIN ISO 3
    Werkzame stofgehalte Ong. 6 M.-%
    Drager Isoparaffine

    De genoemde waarden staan voor typische producteigenschappen en moeten niet als bindende productspecificatie worden uitgelegd.

    Toepassingsgebied

    • voor buiten
    • Productiefaciliteiten waar gelakt of gecoat wordt en waar hechtproblemen door klassieke, organosiliciumverbindingen te verwachten zijn.
    • Slagregenbescherming voor gevels
    • Reduceert vervuiling- en vergroening
    • Poreuze, minerale ondergronden. buiten.

    Eigenschappen

    • oplosmiddelhoudend
    • Siliconenvrij
    • Waterafstotend
    • Dampdoorlatend
    • Goed indringvermogen
    • Alkalibestendig
    • UV-bestendig
    • Uitstekend lange termijn effect
    • Werkvoorbereiding
      • Eisen aan de ondergrond

        De ondergrond moet schoon, droog en draagkrachtig zijn.

      • Voorbereidingen

        Bouwgebreken zoals scheuren, gescheurde voegen, gebrekkige verbindingen, opstijgend en hygroscopisch vocht moeten op voorhand worden weggewerkt.

        De noodzakelijke reiniging: deze dient echter zo vriendelijk mogelijk te worden uitgevoerd, bijv. met koud of warm water of met een hogedrukstoomreiniger. Hardnekkige vervuilingen kunnen verwijderd worden met de Rotec Nevelstraaltechniek of Remmers reinigingsproducten [bijv. Clean SL (0671), Clean FP (0666), Clean AC (0672), Clean WR (0675)].

    • Verwerking
      • verwerkingstemperatuur min. 10°C max. 25°C
      • kwasten/ lagedruk spuiten/ -sproeien
      • Verwerkingsvoorwaarden

        Temperatuur van het materiaal, de ondergrond en de omgeving: min. +10 °C tot max + 25°C

      • Het impregneermiddel drukloos door middel van vloeien vol en zat aanbrengen (verneveling vermijden), zo dat een vloeistoffilm van 30 - 50 cm lang over het oppervlak naar beneden loopt.

        Vloeien van boven naar beneden in secties en onmiddellijk herwerken met een vlakke borstel.

        De bewerking meerdere malen (ten minste tweemaal) herhalen (nat in vochtig) totdat geen opname van het impregneermiddel meer is vast te stellen.

        Gebruik altijd een goed doordrenkte kwast op oppervlakken die niet geschikt zijn voor het spuiten.

    • Verwerkingsinstructies
      • Aangrenzende bouwdelen en materialen, die niet in contact mogen komen met het product, afdekken.

        Pas behandelde oppervlakken tegen regen, wind, zon en condensvorming beschermen.

        Impregneermiddel overschot verwijderen met Verdunning V101 binnen het uur.

        Voor de behandeling en het drogen van oplosmiddelhoudende impregnaties raden wij aan de ramen en deuren gesloten te houden.

    • Gereedschap / Reiniging
      • kwasten/ lagedruk spuiten/ -sproeien
      • Oplosmiddelbestendige lage drukspuit, toevoer- en spuitapparatuur, vloeistofpompen, borstels en blokkwasten

      • Gereedschap moet droog en schoon zijn.

        Na gebruik en tijdens langere werkonderbrekingen het gereedschap reinigen met Verdünnung V 101.

    • Opslag / Houdbaarheid
      • vorstvrij en koel opslaan/tegen vocht beschermen/verpakking goed sluiten
      • houdbaarheid 12 maand
      • In ongeopende, originele verpakking koel, droog en vorstvrij opgeslagen minstens  12 maand.

        Geopende verpakking zo snel mogelijk verwerken.

    • Verbruik
      • totale verbruikshoeveelheid 300 ml - 1000 ml totaal / m²
      • Vezelcement: min. 0,3 l/m²
        Baksteenmetselwerk fijn poreus: min. 0,8 l/m²
        Baksteenmetselwerk grof poreus: min. 1,0 l/m².
        Gips: minstens 0,5 l/m².
        Warmte-isolatiepleisters (zonder polystyreen): min. 0,6 l/m².

      • Het verbruik van het impregneermiddel op een voldoende groot (1 - 2 m²) proefvlak bepalen.

    • Algemene instructies
      • Afwijkingen van actuele normen en regelgevingen moeten afzonderlijk worden overeengekomen.

        Bij de voorbereiding en uitvoering altijd de beschikbare testrapporten in acht nemen.

        De situatie moet dusdanig zijn, dat water niet achter de hydrofobeerzone kan komen.

        Voorwaarde voor een optimale hydrofoberende werking is de opname van het impregneermiddel en deze is afhankelijk van het poriën volume van de ondergrond en het vochtgehalte.

        Bij aanwezigheid van schadelijke zouten, een kwantitatieve zoutschade analyse uitvoeren.

        Hoge zoutconcentraties kunnen schade veroorzaken welke door een hydrofoberende impregnering niet tegengegaan kunnen worden.

        Testen van de werking:


        De wateropname van minerale bouwmaterialen kan voor en na de hydrofoberende impregnering met de Funcosil Testplaat resp. met het buisje van prof. Karsten (Funcosil Gevelproefkoffer, Art. Nr. 4954 ) worden verkregen.

        Deze test mag op z'n vroegst 2 weken nadat het hydrofobeermiddel is
        aangebracht worden gedaan.

        Op gecarbonatiseerde natuursteen is een effectiviteitstest nodig.

        Steeds een proefvlak zetten!

    • Verwijderingsinstructie
      • Grotere productresten moeten in de originele verpakking worden afgevoerd in overeenstemming met de geldende voorschriften. Volledig lege verpakkingen moeten worden gerecycled. Mag niet samen met het huishoudelijk afval afgevoerd worden. Niet in de gootsteen werpen. Niet in de riolering lozen.

    • Veiligheid / Regelgeving
      • Verdere informatie met betrekking tot de veiligheid bij transport, opslag, afval en ecologie vindt u in onze nieuwste veiligheidsinformatiebladen.

    Mogelijke systeemproducten