Funcosil OFS

De ondergrond moet schoon, stofvrij en droog zijn.

Bouwgebreken zoals scheuren, gescheurde voegen, gebrekkige verbindingen, opstijgend en hygroscopisch vocht moeten op voorhand worden weggewerkt.

Materiaal-, omgevings- en ondergrondtemperatuur: min. +10°C tot max. +25°C.

Het impregneermiddel verzadigd aanbrengen. De behandeling eventueel nat-in-nat herhalen. Het oppervlak met een blokkwast of schone geschikte doek nabehandelen.

Reiniging en onderhoud - Onderhoudsreiniging van behandelde oppervlakken gebeurt met warm water waaraan ongeveer 1,5 -2,0% van het product is toegevoegd (een kopje van het product per 10 l schoonmaakwater).

Opfrissing van de behandelde ondergronden met Funcosil OFS onverdund.

Niet corroderende lagedruk spuitapparatuur, sproeipomp, kwast, blokkwast, lamsvachtroller alsmede spons, doek, wisser

Het gereedschap moet droog en schoon zijn.

Na gebruik en bij langere werkonderbrekingen het gereedschap met water reinigen.

In ongeopende, originele verpakking koel, droog en vorstvrij opgeslagen min. 12 maand.

Aangebroken verpakking zo snel mogelijk verwerken.

Baksteen: ca. 0,2 - 0,5 ltr/m²
Kalkzandsteen: ca. 0,2-0,6 ltr/m²
Natuursteen: ca. 0,5 - 1,0 ltr/m²
Terracotta: ca. 0,3 - 0,8 ltr/m²
Betonplaat: ca. 0,2 - 0,5 ltr/m²

Het verbruik van het impregneermiddel op een voldoende groot (1 - 2 m²) proefvlak bepalen.

De effectiviteit van de impregnering kan op een proefvlak, na voldoende wachttijd, getest worden.

Afwijkingen van actuele normen en regelgevingen moeten afzonderlijk worden overeengekomen.

Bij de voorbereiding en uitvoering altijd de beschikbare testrapporten in acht nemen.

Het moet gewaarborgd zijn dat water niet achter de gehydrofobeerde zone kan komen.

Let op: bij marmer en andere zuurgevoelige en slecht zuigende steensoorten met een gepolijst oppervlak moet de geschiktheid (gelijkmatige benatting, zuiging, glansverandering enz.) vooraf worden getest. Dit is ook aan te bevelen voor ondergronden die in het verleden met andere producten zijn behandeld.

Voorwaarde voor een optimale impregnerende werking is opname van het impregneermiddel; dit is afhankelijk van het poriënvolume en vochtgehalte van het bouwmateriaal.

In geval van bouwschadelijke zouten, een kwantitatieve zoutanalyse uitvoeren.

Hoge zoutconcentraties kunnen leiden tot grote schade, die door een impregnering niet kan worden voorkomen.

Restanten (bijv. tenside, zeep, was) van een voorafgaande reiniging kunnen de effectiviteit van het product nadelig beïnvloeden en moeten derhalve worden verwijderd.

Grotere productrestanten conform de plaatselijk geldende voorschriften in de originele verpakking deponeren. Volledig lege verpakkingen kunnen gerecycled worden. Mag niet samen met huisvuil afgevoerd worden. Niet in riolering lozen. Niet in de gootsteen werpen.

Verdere informatie met betrekking tot de veiligheid bij transport, opslag, afval en ecologie vindt u in onze nieuwste veiligheidsinformatiebladen.